Gemeenteraadsverkiezingen


  • Kayıt: 29.04.2014 10:47:00 Güncelleme: 29.04.2014 10:47:00

Op 14 maart 2014 organiseerde TDLS samen met ProDemos - Huis voor democratie en rechtsstaat, de avond ‘Debat: Politieke betrokkenheid binnen de gemeenten’ over de aankomende gemeenteraadsverkiezingen van 2014. En alhoewel het de vaste lezers zal verbazen, was ik daar ook aanwezig. Ik zeg bewust “de vaste lezers”, want de laatste keer dat ik een bijeenkomst van TDLS had bijgewoond (op 1 november 2013 in Rotterdam) had ik er een kritisch stuk over gelezen in mijn column in dit tijdschrift.

 

Toen ik op 14 maart 2014 in een spontane bui toch weer naar een activiteit van TDLS gingop uitnodiging van een goede vriend van me (mister ‘eerlijkste man van Nederland’), was ik niet voorbereid op wat er zou gebeuren. TDLS had zowaar lering getrokken uit (onder andere mijn en andere) opbouwende kritiek. Nu sta ik uiteraard achter mijn kritiek (wat ik geleverd had naar aanleiding van de TDLS-activiteit van november 2013) maar ik moet dan wel toegeven dat er sterke vooruitgang is. Vooral de houding van TDLS-bestuursleden en hun manier van hoe ze mij begroetten vond ik mooi. Zonder ook maar een wrok te koesteren voor mijn opbouwende kritiek, werd juist steevast herhaald dat ze mijn column hadden gelezen, waar nodig gelachen om mijn sarcastische opmerkingen en waar nodig mijn kritiek hadden meegenomen als verbeterpunten bij een volgende bijeenkomst. En waar het TDLS-gastheer Kemal Kuzu sierde om zo om te gaan met mijn kritiek, zou ik hem geen recht aan doen als ik hem (en TDLS) niet zou feliciteren met deze houding. Want waar TDLS in november 2013 hun activiteit samen met HOTİAD had georganiseerd, heb ik daarna e-mailberichten vol scheldtirades, beledigingen en vervloekingen ontvangen van HOTİAD vanwege mijn opbouwende kritiek. Dat hun co-organisator TDLS dus heel anders reageert, was voor mij een leuke verrassing. Overigens had ik niet verwacht dat de rijke zakenmannen van HOTİAD (Şerif Aktürk in het bijzonder) zich zouden verlagen tot het mij versturen van scheldwoorden en bedreigingen, maar dat terzijde.

 

Ik moet dus toegeven dat TDLS anders te werk gaat dan menig andere Turks-Nederlandse instelling. Waar ik weleens kwaad opgebeld ben door mijn moeder omdat iemand (een of andere voorzitter van één of andere subsidieslurpende organisatie die toevallig mijn moeder kende) haar had opgebeld om te melden dat “haar zoon kritiek had op zijn wijze ouderen”, heb
ik eerlijk gezegd nog nooit een bedankje gehad van iemand uit de Turks-Nederlandse hoek omwille van mijn opbouwende kritiek. De Turkse cultuur is namelijk gestoeld op hiërarchische systemen waarbij leeftijd, status en gezag centraal staan.

 

Dat wil zeggen dat iemand met een statutaire titel (‘voorzitter’, ‘bestuurslid’, ‘CEO’, ‘directeur’ etc.) op geen enkele manier kritiek duldt op zijn of haar organisatie of zichzelf, zelfs niet als het om opbouwende kritiek gaat. In plaats daarvan omringt hij of zij zich met ja-knikkers, dit zien we momenteel ook terug in de Turkse politiek. Dit wordt zelfs erger als de persoon met een statutaire titel ook nog ouder is, en daar ik nog vrij jong ben heb ik dat steevast tegen me. Daarom is het dan ook verfrissend dat de nieuwe en jonge generatie van Turkse Nederlanders hier anders mee omgaan. TDLS is hier een voorbeeld van. Open staan voor kritiek en er lering uit kunnen trekken, zijn eigenschappen welke ik kan waarderen.

 

De vraag waarom de oudere Turks-Nederlandse organisaties dit niet kunnen waarderen, is makkelijk te beantwoorden maar de vraag hoe die oudere generaties niet doorhebben dat ze de gemeenschappelijke vooruitgang en ontwikkeling van de Turks-Nederlandse samenleving als geheel blokkeren door hun starre houding door geen enkele kritiek te dulden, is interessant. Hebben de rijke zakenmannen van Nederland niet door dat geitenkaas produceren en vliegtuigen exploiteren, hele andere koeken zijn dan een rolmodel te zijn? Van het laatste hebben de zakenmannen van HOTİAD in ieder geval geen kaas gegeten (no pun intented). Het implementeren van censuur en geen kritiek dulden, zijn kenmerken van een dictatoriaal regime. En als we iets hebben geleerd van onderdrukkende regimes, dan is het wel dat ze niet bevorderlijk werken voor een samenleving. Dus waarom is het dan toch zo moeilijk om kritiek mee te nemen voor een volgende keer? Vooral als het om opbouwende kritiek gaat. Dat is me toch een overpeinzing van jewelste...

 

 

Drs. Armand Sağ